Stadsverkenning: 24 SEPTEMBER 2011

Het station van Sint-Niklaas was op zaterdag 24 september rond 9u weer bezet door de ‘Oud-Scouts van Tereken’! Het beloofde een stralende dag te worden en dat zag je ook aan de kledij: geen handschoenen, regenjassen of sjaals maar allemaal nog in zomerkledij! Sommigen hadden wel hun paraplu bij – als steun ? of ‘voor het geval dat het toch nog eens zou beginnen’.

We namen de trein naar Mechelen die ook in Temse stopte want daar moest ‘ons leidster’ nog opstappen. Na enkele tussenstations kwamen we zowaar op tijd in Mechelen aan en trokken we de stad in. Langs het ‘Dijlepad’ (wandelpad op een ponton op het water) gingen we richting ‘De Kraanbrug’ waar we konden genieten van lekkere koffie of thee met koekjes geserveerd in het mooie salon!

Daarna gingen we tot aan de site van de oude brouwerij ‘Lamot’ om zo met een toeristenbootje de Dijle op en af te varen (tussen de sluizen). Zo konden we zien dat Mechelen ernstige stappen zet om de stadskern te vernieuwen, o.a. door oude fabriekspanden om te bouwen tot woon- en winkel gelegenheid. Op tijd bukken was nodig, anders kon je een buil op je hoofd oplopen bij het varen onder bepaalde bruggen.
Na onze boottocht, met perfect gechronometreerde en deskundige uitleg, keerden we terug naar ‘De Kraanbrug’ waar we buiten op het terras (een boot) genoten van onze aperitief – er waren er bij die een ‘serieuze aperitief’ bestelden, anderen hielden het bescheiden – en in de heerlijke ‘zomerzon’ konden we zalig toeven aan het water.
Het middagmaal werd binnen geserveerd en iedereen heeft genoten van zijn soep, Mechelse Koekoek of visschotel!

We zorgden dat we op tijd klaar waren met eten om de gids te verwelkomen die ons de binnenstad met zijn bezienswaardigheden ging laten ontdekken. In deze rondleiding zou ook tijd voorzien zijn voor diegenen die de toren van de ‘Sint-Rombautskathedraal’ wilden beklimmen.

We stonden aan de ‘Kraanbrug’ te wachten en te wachten maar een gids kwam er niet. Leidster Karin heeft dan veel telefoontjes gepleegd maar tevergeefs, een gids kon er niet meer geraken. Dan maar zelf geprobeerd. Met ‘de wegwijzer door Mechelen’ in de hand en een kaartje in de andere hand begonnen we zelf onze weg te zoeken en vonden we ook de mooie monumenten en bezienswaardigheden van Mechelen.
In de kathedraal konden we juist een koppeltje horen hun trouwbeloften uitspreken voor elkaar en enkele familieleden (het waren er maar enkele) zodat wij met z’n allen mee applaudisseerden voor het jonge paar (zo was er toch wel een beetje meer stemming).

De enkele dapperen die de toren wilden beklimmen begonnen dan aan hun queeste: zo’n 520 treden omhoog!
‘t Was zoals met veel in het leven: het begin was het moeilijkst, pas na een 200 treden kon men even uitblazen en de hartslag laten dalen bij een stop op de eerste zolderverdieping. We zagen een oude kraan met tredmolen, en een eenvoudige oplossing om zich te beschermen tegen het vallen van de gewichten van het beiaarduurwerk in geval een kabel zou breken: een bak met oude dakpannen was onder de gewichten geplaatst, het breken van de pannen zou de energie van het vallen opnemen en verhinderen dat de gewichten door de houten vloer konden vallen.
Dan steeds hogerop, naar de volgende zolderkamers tot bij de beiaardkamer met de klokken en aandrijfmechaniek. Na een kamer met audiovisuele impressies dan de kers op de taart: nog niet zo lang geleden was bovenop de toren een “skywalk” platform aangelegd, vanwaar een prachtig uitzicht, niet direct op de buurt rond de toren, maar vooral in de verte. Mechelen ligt ongeveer midden op de lijn Antwerpen – Brussel, en inderdaad, je kon de torens van Antwerpen zien, en de bollen van het atomiom in Brussel.

Ondertussen wandelden de ‘niet-klimmers’ rond en bekeken de Sint-Janskerk met Klapgat; de refugie van de abdij van Sint-Truiden en van Tongerlo; het Klein en Groot Begijnhof; de Melaan; de Haverwerf.

Aan de kathedraal werden de ondertussen neergedaalde klimmers opgepikt en was het hoog tijd om de inspanningen door te spoelen op een terrasje op de grote markt.

De terugtocht naar het station door de winkelstraten verliep zonder vermeldenswaardige feiten, de trein huiswaarts reed zowaar ook zonder problemen (zijn we niet gewoon op onze stadsverkenningen), en zoals het heet “moe maar tevreden” kwamen we terug thuis aan.
Dank aan de werkploeg voor deze mooie uitstap.
Bea